Ik met zelfgebakken taart.
Reikhalzend keek ik de hele avond uit het raam. Ik had inmiddels kats bezopen kunnen zijn tussen de andere feestvierders van DeClub. Nu zat ik braaf achterover geleund op de bank in een kringverjaardag. Dat is wel eens anders geweest.
De tijd verstreek, maar geen Bassie.
Nadat de laatste vertrok, deed ik de deur op slot.
Een whatsapp berichtje op mijn telefoon van Bassie.
‘Zegge, jij hebt toch niet toevallig afgelopen zaterdag al je verjaardag gevierd, hè?’
Ja dus, donders jong.
‘Ohhh, wat erg. Ben het helemaal vergeten,’ geeft hij toe.
‘Geeft niet. Ik had toch geen vieux in huis,’ dien ik hem van repliek.
‘Dus wel drie kratten bier in huis, maar niets te drinken voor mij?! Tggg.’
Goed zo. Beledigd.
Bassie wil het goedmaken. Of ik mee uit eten ga?
‘Oké,’ stem ik ermee in.
‘W-w-wat?’ is hij totaal overdonderd.
Ik zeg altijd overal nee op als Bassie iets voorstelt. Nu wil ik hem op kosten jagen.
Het wordt de Mexicaan in Rotterdam.
‘Ik ken er twee in Rotterdam. 1 bij de haven en 1 op Stadhuisplein. Die bij de haven is erg goed. Die op Stadhuisplein is niet te vreten,’ zegt mijn Rotterdamse collega op Kantoor.
Het wordt die op Stadhuisplein.
In de trein steggelen we over wanneer we elkaar nu voor het laatst hebben gezien. Ik beweer de bekerwedstrijd FC Dordrecht-AZ. Hij beweert oud- en nieuw. Ik graaf in mijn geheugen. Hij graaft in zijn iPhone. Bassie heeft gelijk. Hij snort tevreden.
‘De tapas- of de menukaart?’ vraag ik.
‘Maakt mij niet uit,’ zegt hij.
‘Wil je een menu of allerlei hapjes?’ vraag ik.
‘Maakt mij echt niet uit,’ zegt hij.
‘Beslis iets!’ dring ik aan.
‘Het maakt mij echt niet uit!’ houdt hij voet bij stuk.
Wat is er met de man aan de hand in deze tegenwoordige tijd? Zeg wat je wilt!
Het wordt de tapas.
Ik ben in mijn nopjes. Anders had ik in de sportschool gestaan. Nu tik ik een zware, kruidige Mexicaanse rode wijn achterover. Tijdens de hapjes laat Bassie van alles op z’n telefoon zien. Een fotootje hier, een filmpje daar.
Om kort te gaan: Bassie is verliefd. Niet op mij. Op zijn telefoon. Hij chat voortdurend tijdens het eten. Niet met mij. Met een meisje op zijn telefoon. Zijn ogen zijn de halve avond naar beneden gericht. Niet uit verlegenheid, omdat ik naar hem kijk, maar om vooral maar niets te missen op dat schermpje. Daarom eet ik zijn bestelde tapas op en schuif de lege bakjes naar hem terug. Hij merkt het toch niet.
Om mij heen zie ik aan ieder tafeltje de gasten met mobieltjes zitten. Gepraat wordt er amper met elkaar. Ik denk aan een etentje in mijn vorige leven. De mobiele telefoon was in opkomst en een vriend legde zijn mobieltje op tafel. Wij (toen was ik nog een wij) waren verbolgen over zoveel onbeleefdheid vanwege de eventuele mogelijkheid te gaan telefoneren tijdens een etentje. 'Dan ben ik tenminste bereikbaar voor anderen,' zei hij.
Ja, dat is nou juist het fokking probleem.
'Gezellige tent, hè?' zegt Bassie ineens tussen twee chatsessies door.
Er mankeert niets aan de tent.
Bassie brengt me thuis. Tot aan de voordeur. Dat dan weer wel.
'Heb ik je avond opgevrolijkt of niet?' zegt hij trots.
'Enorm,' zeg ik.
'Kijk, dat hoor ik graag.'
Hij wandelt weg. Ik ga naar binnen.
Volgende keer maar gewoon weer naar een voetbalwedstrijd met hem.