Buiten was het warm, maar in de gangen van Kantoor aangenaam koel.
Het was zo'n dag waarop alles lukte.
Met mijn benen nonchalant, doch sexy, over elkaar geslagen zat ik ontspannen in de stoel te praten met de adjunct directeur.
Licht achterover geleund, volkomen op mijn gemak, besprak ik de zakelijke punten met hem.
Mijn blote voeten, met de rood gelakte teennagels, bungelden vrolijk in mijn evenzo vrolijke teenslippertjes.
De directeur kwam eraan. Zijn ogen vingen mijn rode teennagels op.
Ha! Ik wist het. Rood trekt mannen aan. Makkie.
Hij kwam naast me staan en keek weer naar mijn voeten.
Redelijk zelfvoldaan glimlachte ik naar hem. Deze had ik in the pocket.
We keken elkaar aan. Hij keek nog eens naar het rood, schonk koffie in een bekertje en zei plompverloren:
'Wat een afschuwelijke kleur die nagels.'
Het was zo'n dag waarop alles lukte.
Met mijn benen nonchalant, doch sexy, over elkaar geslagen zat ik ontspannen in de stoel te praten met de adjunct directeur.
Licht achterover geleund, volkomen op mijn gemak, besprak ik de zakelijke punten met hem.
Mijn blote voeten, met de rood gelakte teennagels, bungelden vrolijk in mijn evenzo vrolijke teenslippertjes.
De directeur kwam eraan. Zijn ogen vingen mijn rode teennagels op.
Ha! Ik wist het. Rood trekt mannen aan. Makkie.
Hij kwam naast me staan en keek weer naar mijn voeten.
Redelijk zelfvoldaan glimlachte ik naar hem. Deze had ik in the pocket.
We keken elkaar aan. Hij keek nog eens naar het rood, schonk koffie in een bekertje en zei plompverloren:
'Wat een afschuwelijke kleur die nagels.'