Toen de middag in de avond overging, was het buiten al donker en had het de hele dag geregend. Gedurende een paar uur zat ik naar buiten te kijken. Naar de druppels die onafgebroken uit de lucht naar beneden kwamen vallen als een tropische regendouche.
Ik dacht aan jou. En dat je volgende maand alweer een jaar dood bent.
Gisteren, midden in de nacht, kreeg ik de schrik van mijn leven. Ik stond in de maanverlichte achtertuin van mijn moeder en in de donkere keuken kwam iemand aanlopen. Nieuwsgierig als ik was, deed ik een stapje naar voren om te kijken wie het was. Ineens stuiterde ik van ontzetting en schrik stijl achterover de tuin in, want plots verscheen jij daar voor het raam en je kwam dwars door de keukendeur naar mij toe.
Met een gil werd ik wakker en zat rechtovereind in mijn bed.
Godallejezus, Wout! Moet dat nou??!!
Ik had een paar minuten nodig om bij te komen. Vervolgens bedaarde de angst, maar bleef ik nog een poos liggen staren in het niets.
Aangezien je niet van plan bent om terug te komen, wil ik daarover toch even mijn zegje doen.
Sinds jij er niet meer bent, is het griezelig stil in mij. Mijn woorden zijn weggespoeld. Heimwee deint heen en weer in mijn hoofd. Naar de tijd toen we allemaal nog samen waren. Alles gaat zo snel tegenwoordig. Zelfs doodgaan moet vlug gebeuren. Het leven oppakken nog vlugger. De snelheid van jouw verlies kan ik niet bijbenen. We zijn een jaar verder, maar mijn hart is nog daar. Bij jou, toen je er nog was. In de tijd dat ons leven nog geborgen voelde. Maar je checkte uit, ging weg. Nu liggen de kamers in mijn hart er verlaten bij. En leg ik bloemen op je graf.
‘Als rennen geen zin meer heeft…’
Ik dacht aan jou. En dat je volgende maand alweer een jaar dood bent.
Gisteren, midden in de nacht, kreeg ik de schrik van mijn leven. Ik stond in de maanverlichte achtertuin van mijn moeder en in de donkere keuken kwam iemand aanlopen. Nieuwsgierig als ik was, deed ik een stapje naar voren om te kijken wie het was. Ineens stuiterde ik van ontzetting en schrik stijl achterover de tuin in, want plots verscheen jij daar voor het raam en je kwam dwars door de keukendeur naar mij toe.
Met een gil werd ik wakker en zat rechtovereind in mijn bed.
Godallejezus, Wout! Moet dat nou??!!
Ik had een paar minuten nodig om bij te komen. Vervolgens bedaarde de angst, maar bleef ik nog een poos liggen staren in het niets.
Aangezien je niet van plan bent om terug te komen, wil ik daarover toch even mijn zegje doen.
Sinds jij er niet meer bent, is het griezelig stil in mij. Mijn woorden zijn weggespoeld. Heimwee deint heen en weer in mijn hoofd. Naar de tijd toen we allemaal nog samen waren. Alles gaat zo snel tegenwoordig. Zelfs doodgaan moet vlug gebeuren. Het leven oppakken nog vlugger. De snelheid van jouw verlies kan ik niet bijbenen. We zijn een jaar verder, maar mijn hart is nog daar. Bij jou, toen je er nog was. In de tijd dat ons leven nog geborgen voelde. Maar je checkte uit, ging weg. Nu liggen de kamers in mijn hart er verlaten bij. En leg ik bloemen op je graf.
‘Als rennen geen zin meer heeft…’