Zo zat ik dus een beetje weg te dommelen achter mijn zonnebril op een verjaardag (de kaas en worst was al voorbij geweest), maar opeens bleef het beeld stilstaan. Ik dacht: ‘Holy Moly, dit zie ik niet goed.’
Mijn ogen registreerden afbeeldingen van hele rare slippers en schoenen. De realiteit moest me parten spelen. Hell, dat overkomt me wel vaker.
‘Waar ben ik beland?’ vroeg ik me af.
Ik tilde mijn hoofd een stukje op en keek met geloken ogen achter mijn zonnebril naar de eigenaren van de hele rare slippers, schudde mijn hoofd om de warboel recht te krijgen en richtte nog een keer mijn blik naar de grond, waar dus al die voeten stonden, gehuld in Birkenstock-slippers en Crocs. Zelfs de Crocs voor de kleinste kindermaatvoetjes kunnen mijn afschuw niet verhullen. Ik vind het niet eens vertederend. Ik vind het kindermishandeling! Dat je het kind verpest met zulk schoeisel. Het kan niet anders dan dat dit later de Crocscriminelen worden.
Maar mijn blote voeten in de nonchalante zwarte slippers stonden daar toch maar mooi tussen al die Birkenstockies en Croccies. Er liep iets over mijn rug; vele varianten van rillingen.
Dus al deze voeten liepen in dezelfde slippers. Dit kan toch niet de bedoeling van het leven zijn? Dat we als eenheidsworsten in hetzelfde schoeisel over de aarde wandelen?
Ik keek nog eens naar de eigenaren van de B&C’s. Op het oog leken ze me andere mensen dan anderen. Waarom kozen zij dan voor precies hetzelfde schoeisel aan hun voeten? Omdat het medisch verantwoord is?! Gruwwelijkkkk. Ik was in één klap terug op aarde. Kabam!
Gelukkig kwam de kaas en worst weer voorbij.
Nadat ik enigszins hersteld was van deze Birkenstock-Crocs verjaardag en mijn onfortuinlijke val met de fiets moest ik zelf ook aan de nieuwe slippers. Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik zag zelfs flitsen en ik moest mijn ogen bedekken met de handen, want ineens wist ik heel zeker: de wereld is gek geworden! Waar ik ook keek, in welke winkel ik ook was, in elke schap stonden ze: de Birkenstocks. (de Crocs godzijdank in mindere mate want de fabrikant is nu toch onderhand wel failliet mag ik hopen) Ik wist echt niet meer waar ik het zoeken moest. Bijna hysterisch keek ik om me heen. Was ik nou de enige die uitslag kreeg van deze slippersoort?! Waarom deed iedereen alsof het heel normaal was dat in elke maat
de Birkenstock in tienvoud aangeboden werd?! Waar was de originaliteit van de schoenmaker gebleven? Ik meed de B. als de pest, raakte het besmettelijke waar niet aan met mijn vingers en zocht onderwijl koortsachtig naar origineel materiaal. Ik stond nota bene in een Italiaanse schoenenwinkel! Het wilde me niet lukken. Wanhopig dook ik in de rekken, graaide en graaide tot een winkelmeisje bedeesd vroeg: ‘Kunt u het vinden?’
‘Néé!’ gilde ik schril en met hoogrode wangen, mijn haar statisch van de schoenen in het rek boven me. Bijna huilend liet ik me op de glanzende Italiaanse marmeren vloer vallen: ‘Ik wil geen B’s,’ zei ik met een trillende stem.
‘B’s?’ herhaalde het meisje deemoedig.
Ik wees met bevende vingers naar de Birkenstock slippers. ‘Ik wil ze niet.’
Gingen haar mondhoeken nu in een afkeurend gebaar naar beneden? Zag ik dat nou goed?!
Weg, weg! Ik ontvluchtte de winkel in allerijl en ademde frisse lucht in. Ik keek links, ik keek rechts en rende op mijn zigeunerslippertjes van 5 euro de wijde wereld in. Weg van de Birkenstocks en Crocs en de wereld die knettergek geworden is.
Mijn ogen registreerden afbeeldingen van hele rare slippers en schoenen. De realiteit moest me parten spelen. Hell, dat overkomt me wel vaker.
‘Waar ben ik beland?’ vroeg ik me af.
Ik tilde mijn hoofd een stukje op en keek met geloken ogen achter mijn zonnebril naar de eigenaren van de hele rare slippers, schudde mijn hoofd om de warboel recht te krijgen en richtte nog een keer mijn blik naar de grond, waar dus al die voeten stonden, gehuld in Birkenstock-slippers en Crocs. Zelfs de Crocs voor de kleinste kindermaatvoetjes kunnen mijn afschuw niet verhullen. Ik vind het niet eens vertederend. Ik vind het kindermishandeling! Dat je het kind verpest met zulk schoeisel. Het kan niet anders dan dat dit later de Crocscriminelen worden.
Maar mijn blote voeten in de nonchalante zwarte slippers stonden daar toch maar mooi tussen al die Birkenstockies en Croccies. Er liep iets over mijn rug; vele varianten van rillingen.
Dus al deze voeten liepen in dezelfde slippers. Dit kan toch niet de bedoeling van het leven zijn? Dat we als eenheidsworsten in hetzelfde schoeisel over de aarde wandelen?
Ik keek nog eens naar de eigenaren van de B&C’s. Op het oog leken ze me andere mensen dan anderen. Waarom kozen zij dan voor precies hetzelfde schoeisel aan hun voeten? Omdat het medisch verantwoord is?! Gruwwelijkkkk. Ik was in één klap terug op aarde. Kabam!
Gelukkig kwam de kaas en worst weer voorbij.
Nadat ik enigszins hersteld was van deze Birkenstock-Crocs verjaardag en mijn onfortuinlijke val met de fiets moest ik zelf ook aan de nieuwe slippers. Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik zag zelfs flitsen en ik moest mijn ogen bedekken met de handen, want ineens wist ik heel zeker: de wereld is gek geworden! Waar ik ook keek, in welke winkel ik ook was, in elke schap stonden ze: de Birkenstocks. (de Crocs godzijdank in mindere mate want de fabrikant is nu toch onderhand wel failliet mag ik hopen) Ik wist echt niet meer waar ik het zoeken moest. Bijna hysterisch keek ik om me heen. Was ik nou de enige die uitslag kreeg van deze slippersoort?! Waarom deed iedereen alsof het heel normaal was dat in elke maat
de Birkenstock in tienvoud aangeboden werd?! Waar was de originaliteit van de schoenmaker gebleven? Ik meed de B. als de pest, raakte het besmettelijke waar niet aan met mijn vingers en zocht onderwijl koortsachtig naar origineel materiaal. Ik stond nota bene in een Italiaanse schoenenwinkel! Het wilde me niet lukken. Wanhopig dook ik in de rekken, graaide en graaide tot een winkelmeisje bedeesd vroeg: ‘Kunt u het vinden?’
‘Néé!’ gilde ik schril en met hoogrode wangen, mijn haar statisch van de schoenen in het rek boven me. Bijna huilend liet ik me op de glanzende Italiaanse marmeren vloer vallen: ‘Ik wil geen B’s,’ zei ik met een trillende stem.
‘B’s?’ herhaalde het meisje deemoedig.
Ik wees met bevende vingers naar de Birkenstock slippers. ‘Ik wil ze niet.’
Gingen haar mondhoeken nu in een afkeurend gebaar naar beneden? Zag ik dat nou goed?!
Weg, weg! Ik ontvluchtte de winkel in allerijl en ademde frisse lucht in. Ik keek links, ik keek rechts en rende op mijn zigeunerslippertjes van 5 euro de wijde wereld in. Weg van de Birkenstocks en Crocs en de wereld die knettergek geworden is.