Als ik opkijk staat Collega van andere kantoor met haar neus tegen het ronde raampje gedrukt en kijkt met schele ogen naar binnen. Ik wuif dat ze naar binnen moet komen. In haar kielzog zijn drie mensen meegelopen. Bruuske Facilitair Manager en twee mensen die met een uitgestreken gezicht de boel inspecteren. Het ziet er bijster interessant uit. Facilitair Manager instrueert zijn stagiaires, die bij mij op kantoor zitten. Heel professioneel allemaal.
Ze komt bij mijn bureau staan met haar handen in de zij en ziet eruit of ze flink van wal wil steken.
'Heb je nog wat te schelden?' vraag ik.
'Nee.'
'Helemaal niets?' vraag ik verbaasd.
'Nee.'
'Bijzonder,' zeg ik.
Ze kijkt naar de inspecterende mensen.
'Nou, ik ging dus mijn bed opmaken en toen schoot de hoes los en sloeg ik KEIHARD met mijn vinger tegen de punt van het nachtkastje,' steek ik dan maar van wal, want ja, als dan toch niemand wat te vertellen heeft, kan het maar net zo goed over mij gaan.
Er komt geen enkele reactie uit haar. Ze staat nog steeds met haar handen demonstratief in de zij een andere kant op te kijken.
'Luister je?!' vraag ik verbolgen.
'Ja, ja, ja. Hand tegen het nachtkastje,' wimpelt ze het af.
'En nu heb ik dus een gekneusde vinger,' maak ik mijn verhaal af.
'Ik heb een volledig gekneusde hand. Kijk maar. Ik wilde iemand slaan en toen heb ik het keukenkastje maar gekozen,' negeert ze mijn pijnlijke vinger.
Ik kijk naar haar dikke, opgezette hand naast mijn vinger.
'Kijk maar,' negeer ik haar dikke, opgezette hand en breng mijn wijsvinger tot vlak onder haar ogen, 'Zie je. Blauw.'
Ze laat mij haar hand weer zien. 'Doet zeer joh.'
'Ja, ja, ja,' zeg ik onverschillig.
Je hebt gewoon van die mensen die je altijd moeten overtreffen met HUN verhaal.
Ze komt bij mijn bureau staan met haar handen in de zij en ziet eruit of ze flink van wal wil steken.
'Heb je nog wat te schelden?' vraag ik.
'Nee.'
'Helemaal niets?' vraag ik verbaasd.
'Nee.'
'Bijzonder,' zeg ik.
Ze kijkt naar de inspecterende mensen.
'Nou, ik ging dus mijn bed opmaken en toen schoot de hoes los en sloeg ik KEIHARD met mijn vinger tegen de punt van het nachtkastje,' steek ik dan maar van wal, want ja, als dan toch niemand wat te vertellen heeft, kan het maar net zo goed over mij gaan.
Er komt geen enkele reactie uit haar. Ze staat nog steeds met haar handen demonstratief in de zij een andere kant op te kijken.
'Luister je?!' vraag ik verbolgen.
'Ja, ja, ja. Hand tegen het nachtkastje,' wimpelt ze het af.
'En nu heb ik dus een gekneusde vinger,' maak ik mijn verhaal af.
'Ik heb een volledig gekneusde hand. Kijk maar. Ik wilde iemand slaan en toen heb ik het keukenkastje maar gekozen,' negeert ze mijn pijnlijke vinger.
Ik kijk naar haar dikke, opgezette hand naast mijn vinger.
'Kijk maar,' negeer ik haar dikke, opgezette hand en breng mijn wijsvinger tot vlak onder haar ogen, 'Zie je. Blauw.'
Ze laat mij haar hand weer zien. 'Doet zeer joh.'
'Ja, ja, ja,' zeg ik onverschillig.
Je hebt gewoon van die mensen die je altijd moeten overtreffen met HUN verhaal.