'MOGGUH!' riep Pietje 4 op kantoor.
Mijn haren vlogen er zowat van naar achteren door al dat verbale geweld op de vroege ochtend en mijn ene wenkbrauw schoot merkwaardig omhoog.
Er klonk een lach. Ook al zo luid.
'NOG NIET WAKKER?!'
Ik pakte de koffiepot, goot het zwarte goed in een plastic bekertje en snoof de geur op.
'Mwah,' mompelde ik.
Weer werd er gelachen.
Ik staarde door het raam naar buiten waar de mist langzaam optrok over het plein.
'OH JA, JIJ MOET ALTIJD EVEN WAKKER WORDEN!'
Mijn mondhoeken vielen als vanzelf naar beneden, mijn schouders trokken schichtig omhoog, mijn ogen knepen samen tot spleetjes. Waarom zo schreeuwen voor achten?!
'HEB IK GEEN LAST VAN! IK VOEL ME FIT EN VROLIJK.'
Stilletjes rook ik nog eens aan de koffie
'GISTEREN WEER HEERLIJK TIEN KILOMETER GEJOGD!'
Alsof er een slangetje over mijn rug gleed, zo rilde ik bij de gedachte alleen al aan al dat gezwoeg over straat. Je eigen lichaamsgewicht over het asfalt laten voort ploegen. En daar dan de lol van inzien. Of nog erger: een uitdaging.
'IK ZOU ECHT NIET ZONDER KUNNEN. ALS IK EEN DAG NIET REN, VOEL IK ME NIET GOED.'
Met een glazige blik staarde ik naar buiten. De koffie begon langzaam mijn slaperige aderen op te warmen.
'HAHAHAHAHAHAHAHAHAHAHAAAA!'
Ik trok nog maar eens mijn wenkbrauwen omhoog. Nu bijna helemaal tot aan mijn haargrens. Dat voelde best lekker aan. Bijna als ochtendgymnastiek.
'SINDS IK IEDERE DAG JOG VOEL IK ME OOK EEN STUK ENERGIEKER EN GEZONDER!'
Ik ving zijn spiegelbeeld op in het raam. Twee marathonpootjes droegen zijn lange, magere bovenlichaam. Weer rilde ik bij het zien van al dat energieke, gezonde, uitgedunde vlees.
Hij pakte zijn zakdoek, snoot zijn neus en liep als een tetterende doedelzak weg.
Langzaam draaide ik me om en keek hem geamuseerd na.
'Erg gezond,' zei ik met een scheef lachje tegen niemand in het bijzonder.
Ik hief mijn plastic bekertje bij wijze van toost. 'En daar snuiten we nog maar eens lekker op.'
Mijn haren vlogen er zowat van naar achteren door al dat verbale geweld op de vroege ochtend en mijn ene wenkbrauw schoot merkwaardig omhoog.
Er klonk een lach. Ook al zo luid.
'NOG NIET WAKKER?!'
Ik pakte de koffiepot, goot het zwarte goed in een plastic bekertje en snoof de geur op.
'Mwah,' mompelde ik.
Weer werd er gelachen.
Ik staarde door het raam naar buiten waar de mist langzaam optrok over het plein.
'OH JA, JIJ MOET ALTIJD EVEN WAKKER WORDEN!'
Mijn mondhoeken vielen als vanzelf naar beneden, mijn schouders trokken schichtig omhoog, mijn ogen knepen samen tot spleetjes. Waarom zo schreeuwen voor achten?!
'HEB IK GEEN LAST VAN! IK VOEL ME FIT EN VROLIJK.'
Stilletjes rook ik nog eens aan de koffie
'GISTEREN WEER HEERLIJK TIEN KILOMETER GEJOGD!'
Alsof er een slangetje over mijn rug gleed, zo rilde ik bij de gedachte alleen al aan al dat gezwoeg over straat. Je eigen lichaamsgewicht over het asfalt laten voort ploegen. En daar dan de lol van inzien. Of nog erger: een uitdaging.
'IK ZOU ECHT NIET ZONDER KUNNEN. ALS IK EEN DAG NIET REN, VOEL IK ME NIET GOED.'
Met een glazige blik staarde ik naar buiten. De koffie begon langzaam mijn slaperige aderen op te warmen.
'HAHAHAHAHAHAHAHAHAHAHAAAA!'
Ik trok nog maar eens mijn wenkbrauwen omhoog. Nu bijna helemaal tot aan mijn haargrens. Dat voelde best lekker aan. Bijna als ochtendgymnastiek.
'SINDS IK IEDERE DAG JOG VOEL IK ME OOK EEN STUK ENERGIEKER EN GEZONDER!'
Ik ving zijn spiegelbeeld op in het raam. Twee marathonpootjes droegen zijn lange, magere bovenlichaam. Weer rilde ik bij het zien van al dat energieke, gezonde, uitgedunde vlees.
Hij pakte zijn zakdoek, snoot zijn neus en liep als een tetterende doedelzak weg.
Langzaam draaide ik me om en keek hem geamuseerd na.
'Erg gezond,' zei ik met een scheef lachje tegen niemand in het bijzonder.
Ik hief mijn plastic bekertje bij wijze van toost. 'En daar snuiten we nog maar eens lekker op.'