Nadat ik er bij Zumba weer een dotje had neergemaaid met mijn soepele Zuid-Amerikaanse dansbewegingen, stonden Zus 4 en ik buiten in de kou in de rondte te kijken.
'Zo, dat ging lekker hè daarbinnen?' zei ze.
'Mwah, dat ging best,' zei ik tevreden.
'Raakte je haar nou op haar oog of op haar neus?'
'Het klonk als het kraken van een neusbrug,' zei ik nonchalant.
De sneeuwvlokken kwamen uit de lucht dwarrelen en we keken er beiden naar.
'Nou, verder nog iets te vertellen?' vroeg ze uit pure beleefdheid.
'Volgens mij word ik overgeslagen in de liefde,' zei ik verveeld.
Ze trok allebei haar wenkbrauwen omhoog alsof het haar niets kon schelen. 'Een collega van mij is ook alleen.'
Aan het besmuikte lachje dat er op volgde, wist ik meteen dat het niet in de haak was. Ze deed niet eens moeite om het te verbergen.
'Hij heeft wel humor,' zei ze.
'Nou, ik hoor het al. Zal wel echt mijn type zijn.'
Ik hief mijn armen en ogen ten hemel en er vielen sneeuwvlokjes in mijn wimpers.
'Wat ik al zeg; hij heeft wel humor,' zei ze nog maar eens een keer, omdat ze er eigenlijk ook geen mooier verhaal van kon maken.
Typisch mijn familie.
'Ik vind gewoon dat ik..'
'Ik maakte vanmorgen toch iets raars mee,' onderbrak zus 4 mij abrupt. Ze had totaal geen oor voor mijn innerlijke onbehagen wat het overslaan in de liefde betreft.
'Wat dan?' vroeg ik uit pure beleefdheid.
'Ik kwam beneden en het alarm van het wekkertje bleef maar afgaan.'
Mijn aandacht was gewekt.
'En ik dacht nog dat iemand die had aangezet, maar dat was niet zo.'
De woorden bleven in mijn keel steken.
'En toen ik het alarm eindelijk uit had, liep het digitale klokje op.'
We keken elkaar aan. Het leek wel of de lucht om ons heen wat killer werd.
'Normaal loopt zo'n klokje af van 60 naar 59, 58 , 57,' ging ze verder.
In haar ogen las ik iets dat leek op bangigheid.
'Maar nu liep het klokje op van 57 naar 58, 59,' zei ze.
'Iejoeewww,' zoiets zei ik, omdat ik anders ook niet wist hoe uiting te geven aan mijn afgrijzen en de haartjes op mijn arm gingen recht overeind staan.
'Kortsluiting?' vroeg ik hoopvol.
'Het is gewoon zo'n wekkertje met batterijen.'
Een kille windvlaag trok over ons heen. Maar dat kon ook de winterse bui zijn.
'Zwager z'n vader,' deed ik een wilde gok. Hij was nog maar kort overleden. 'Die wil natuurlijk grappig zijn.'
Zus 4 knikte. 'Of zijn moeder.' Ook net overleden.
Er viel een samenzweerderige stilte tussen ons en we knikten allebei nog maar eens een paar keer met een mysterieuze blik in de ogen.
'En toen zaten we naar die cd te luisteren en die stopte ineens een paar keer en ging toen weer verder,' was ze nog niet klaar.
'Hè getverdemme!' riep ik ontzet uit, 'Ik moet nog naar huis.'
'Ja, van 57 naar 58, 59,' zei ze als iemand die afkomstig was uit de twilight zone.
'hahaha,' lachte ik heldhaftig, maar eigenlijk was ik gewoon bang.
'En die cd stopte gewoon.'
'Ja, hou maar op,' zei ik nu ferm.
'Kind 1 zei: er zitten hier geesten. We zijn er maar niet op doorgegaan anders kan hij niet slapen,' wist ze van geen ophouden.
'Ik ook niet als je zo door gaat,' zei ik vol afschuw.
'Nou meid. Als je verder niets te vertellen hebt, ga ik maar eens op huis aan.'
Dat deed ik ook. Bij thuiskomst controleerde ik eerst het digitale klokje van mijn magnetron.
Daar was niets geks aan te zien.
Ik stopte bij de foto van mijn vader en hief een waarschuwende vinger naar hem op.
'Als je het maar uit je hoofd laat!'
'Zo, dat ging lekker hè daarbinnen?' zei ze.
'Mwah, dat ging best,' zei ik tevreden.
'Raakte je haar nou op haar oog of op haar neus?'
'Het klonk als het kraken van een neusbrug,' zei ik nonchalant.
De sneeuwvlokken kwamen uit de lucht dwarrelen en we keken er beiden naar.
'Nou, verder nog iets te vertellen?' vroeg ze uit pure beleefdheid.
'Volgens mij word ik overgeslagen in de liefde,' zei ik verveeld.
Ze trok allebei haar wenkbrauwen omhoog alsof het haar niets kon schelen. 'Een collega van mij is ook alleen.'
Aan het besmuikte lachje dat er op volgde, wist ik meteen dat het niet in de haak was. Ze deed niet eens moeite om het te verbergen.
'Hij heeft wel humor,' zei ze.
'Nou, ik hoor het al. Zal wel echt mijn type zijn.'
Ik hief mijn armen en ogen ten hemel en er vielen sneeuwvlokjes in mijn wimpers.
'Wat ik al zeg; hij heeft wel humor,' zei ze nog maar eens een keer, omdat ze er eigenlijk ook geen mooier verhaal van kon maken.
Typisch mijn familie.
'Ik vind gewoon dat ik..'
'Ik maakte vanmorgen toch iets raars mee,' onderbrak zus 4 mij abrupt. Ze had totaal geen oor voor mijn innerlijke onbehagen wat het overslaan in de liefde betreft.
'Wat dan?' vroeg ik uit pure beleefdheid.
'Ik kwam beneden en het alarm van het wekkertje bleef maar afgaan.'
Mijn aandacht was gewekt.
'En ik dacht nog dat iemand die had aangezet, maar dat was niet zo.'
De woorden bleven in mijn keel steken.
'En toen ik het alarm eindelijk uit had, liep het digitale klokje op.'
We keken elkaar aan. Het leek wel of de lucht om ons heen wat killer werd.
'Normaal loopt zo'n klokje af van 60 naar 59, 58 , 57,' ging ze verder.
In haar ogen las ik iets dat leek op bangigheid.
'Maar nu liep het klokje op van 57 naar 58, 59,' zei ze.
'Iejoeewww,' zoiets zei ik, omdat ik anders ook niet wist hoe uiting te geven aan mijn afgrijzen en de haartjes op mijn arm gingen recht overeind staan.
'Kortsluiting?' vroeg ik hoopvol.
'Het is gewoon zo'n wekkertje met batterijen.'
Een kille windvlaag trok over ons heen. Maar dat kon ook de winterse bui zijn.
'Zwager z'n vader,' deed ik een wilde gok. Hij was nog maar kort overleden. 'Die wil natuurlijk grappig zijn.'
Zus 4 knikte. 'Of zijn moeder.' Ook net overleden.
Er viel een samenzweerderige stilte tussen ons en we knikten allebei nog maar eens een paar keer met een mysterieuze blik in de ogen.
'En toen zaten we naar die cd te luisteren en die stopte ineens een paar keer en ging toen weer verder,' was ze nog niet klaar.
'Hè getverdemme!' riep ik ontzet uit, 'Ik moet nog naar huis.'
'Ja, van 57 naar 58, 59,' zei ze als iemand die afkomstig was uit de twilight zone.
'hahaha,' lachte ik heldhaftig, maar eigenlijk was ik gewoon bang.
'En die cd stopte gewoon.'
'Ja, hou maar op,' zei ik nu ferm.
'Kind 1 zei: er zitten hier geesten. We zijn er maar niet op doorgegaan anders kan hij niet slapen,' wist ze van geen ophouden.
'Ik ook niet als je zo door gaat,' zei ik vol afschuw.
'Nou meid. Als je verder niets te vertellen hebt, ga ik maar eens op huis aan.'
Dat deed ik ook. Bij thuiskomst controleerde ik eerst het digitale klokje van mijn magnetron.
Daar was niets geks aan te zien.
Ik stopte bij de foto van mijn vader en hief een waarschuwende vinger naar hem op.
'Als je het maar uit je hoofd laat!'