De bruisende start van de tweede helft misten we en zagen nog net de enige vijf minuten strijd tussen Willem II en NEC. In die tijd juichte de ene keer de ene helft van de businessclubtribune voor NEC en binnen een paar minuten de andere
helft voor Willem II. Wij juichten voor niemand, zeiden alleen maar 'jippihahee. Eindelijk doelpunten.'
En daar bleef het bij. De wedstrijd bleef saai, wij sukkelden bijna tegen elkaar aan in slaap met het kwijl uit de mondhoeken en om wakker te blijven, leverden we vervolgens onophoudelijk commentaar.
'Waar is nummer 24 gebleven?!' riep Bassie in een helder moment.
'Hallooooo,' zei ik.
'Hoiiiii,' zei Bassie.
'The Fons heeft er verstand van man. Die heeft hem er in de rust uitgehaald,' zei ik.
De man voor ons keek even met een merkwaardige blik op zijn gezicht achterom.
Het laatste fluitsignaal van de scheidsrechter klonk.
En toen was het feest!
Frank 'Elk nummer dat ik zing lijkt op dat van Engelbert Humperdinck' Ashton schalde door de ruimte. Bassie zong alles mee. Ik keek fluitend de andere kant op.
'Waar zijn nou de voetballers?' vroeg ik. Alsof ik ook maar iemand van zojuist zou herkennen.
Bassie begon geheimzinnig te glimlachen. 'Kom jij maar eens even mee.'
Een Amsterdamse volkszangeres knetterde door de boxen beneden in de zaal. Er kwamen heel veel bladiebla mannen in jasjes met sjaaltjes voorbij, vrouwen met hoog bling bling gehalte en zonnebank gebruinde hoofden, haren stijf van de haarlak.
'Dit boeit me voor geen meter,' zei ik.
Bassie haalde wijn voor me.
'Echt hoor,' zei ik, 'Dit boeit niet.'
Bassie haalde er nog maar eens eentje voor me.
'Echt,' zei ik.
Bassie gaf me nog een versnapering.
'Mwaaa,' zei ik.
Mijn voeten begonnen een eigen leven te leiden.
Enfin, tig nummers later en wij die vrolijk met de covers van André Hazes meezongen en Alfons Groenendijk die gedag tegen me zei en de lookalike van Youp van't Hek die voor mijn geestesoog voorbij trok en de man in het pak bij de deur, die ik niet meer kon ontwijken, werden Bassie en ik, slap van de lach, het Koning Willem II stadion uitgezet.
helft voor Willem II. Wij juichten voor niemand, zeiden alleen maar 'jippihahee. Eindelijk doelpunten.'
En daar bleef het bij. De wedstrijd bleef saai, wij sukkelden bijna tegen elkaar aan in slaap met het kwijl uit de mondhoeken en om wakker te blijven, leverden we vervolgens onophoudelijk commentaar.
'Waar is nummer 24 gebleven?!' riep Bassie in een helder moment.
'Hallooooo,' zei ik.
'Hoiiiii,' zei Bassie.
'The Fons heeft er verstand van man. Die heeft hem er in de rust uitgehaald,' zei ik.
De man voor ons keek even met een merkwaardige blik op zijn gezicht achterom.
Het laatste fluitsignaal van de scheidsrechter klonk.
En toen was het feest!
Frank 'Elk nummer dat ik zing lijkt op dat van Engelbert Humperdinck' Ashton schalde door de ruimte. Bassie zong alles mee. Ik keek fluitend de andere kant op.
'Waar zijn nou de voetballers?' vroeg ik. Alsof ik ook maar iemand van zojuist zou herkennen.
Bassie begon geheimzinnig te glimlachen. 'Kom jij maar eens even mee.'
Een Amsterdamse volkszangeres knetterde door de boxen beneden in de zaal. Er kwamen heel veel bladiebla mannen in jasjes met sjaaltjes voorbij, vrouwen met hoog bling bling gehalte en zonnebank gebruinde hoofden, haren stijf van de haarlak.
'Dit boeit me voor geen meter,' zei ik.
Bassie haalde wijn voor me.
'Echt hoor,' zei ik, 'Dit boeit niet.'
Bassie haalde er nog maar eens eentje voor me.
'Echt,' zei ik.
Bassie gaf me nog een versnapering.
'Mwaaa,' zei ik.
Mijn voeten begonnen een eigen leven te leiden.
Enfin, tig nummers later en wij die vrolijk met de covers van André Hazes meezongen en Alfons Groenendijk die gedag tegen me zei en de lookalike van Youp van't Hek die voor mijn geestesoog voorbij trok en de man in het pak bij de deur, die ik niet meer kon ontwijken, werden Bassie en ik, slap van de lach, het Koning Willem II stadion uitgezet.