We waren een poosje gebrouilleerd. Bassie en ik.
Dat kwam zo.
Bassie en ik houden van voetbal. Dat is voor een man heel normaal, maar bij een vrouw wordt dit toch vaak als een eigenaardige tekortkoming gezien. Maar Bassie oordeelt zo niet. Dat maakt Bassie, behalve zijn verfijnde vorm van humor (lange haren en rode neus) een uniek exemplaar. Bassie accepteert mij zoals ik ben.
Dit alles leidde ons langs vele voetbalvelden. Dat schept een band. Denk je.
Meneer met zijn 'Ik ben zo belangrijk dat ik een businessclubkaart van Willem II heb' nam mij mee naar het Koninklijke stadion in Tilburg. Ik had van te voren gesméékt om de wedstrijd Willem II – Ajax.
Dat ging zo:
‘Ahhhhh, Bassie, mag ik als-je-blieeeeeeeeeeft mee naar Ajax. Asje-asje-asjeblieeeeeeeeeeefffffttttttt??????????????’
‘Iedereen wil mee naar Ajax,’ zei Bassie.
‘Iedereen?!’riep ik verbolgen uit, ’Ben IK iedereen???? Wat is dit nu weer?!!’
‘Ja, ineens heb ik heel veel vrienden.’
‘Maar Bassie! IK ben het! Linda! Ik ben al mijn hele leven voor Ajax!’
‘Er zijn er wel meer voor Ajax.’
‘Hoe kan je dat nou zeggen? Bassie luister, ik ging als klein meisje helemaal alleen naar DS ’79 toen ze tegen Ajax moesten voor de beker. In de rust mocht je er gratis in had ik gehoord. Bassie, ik trotséérde de grote gemeen kijkende Duitse herdershonden aan de hand van al die politieagenten! En dat alleen maar, omdat ik Ajax zo graag wilde zien voetballen. Ik was twaalf ofzoiets. Niemand ging met mij mee! Hoor je me?! Niemand!! Ahhhh, Bassieeeeeeeeeeeeeeeee.’
In ogenschouw genomen dat ik nooit smeek, is dit toch wel een aandoenlijk verhaal, nietwaar? Ik gokte op Bassie’s mededogen en gevoel voor oprechtheid.
Ik moest het doen met Willem II – NEC.
Ook leuk. Heus. Een draak van een wedstrijd. Daar niet van. Maar best leuk.
Enfin, enige tijd later sijpelde er, angstvallig verborgen, informatie door in mijn établissement en in mijn brein. Vriendin 1 vertelde mij dat Bassie had voorgesteld om haar mee te nemen naar Willem II –Ajax. ...... Er daalde een diepe, lange stilte op mij neer.
Vriendin 1 houdt niet van voetbal.
Vriendin 1 gruwt sowieso van al dat gesport.
Vriendin 1 heeft al haar hele volwassen leven een fiets, waar nog nooit op gefietst is.
Vriendin 1 werkt 5 minuten lopen van haar werk en gaat met de auto.
Dit alles maakt vriendin 1 erg origineel.
Dat vond Bassie kennelijk ook.
En passeerde mij. Tackelde mij. En ik viel. Beduusd.
Uiteraard liet ik geen gelegenheid onbenut om hem deze tackle op mijn benen met gestrekt been in te wrijven. Soms liet ik het rusten.
Bassie vroeg op een keer: ‘Gaan we weer naar de training van Feyenoord deze zomer?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik weet niet hoor.’
‘Natuuuuurlijk gaan we weer,’ zei hij.
‘Misschien kan je vriendin 1 meenemen?’ stelde ik liefjes voor.
‘Zit je daar nou nog over in??!!’ riep hij met overslaande stem.
‘Haha, jaaaaa Bassie! Voetbal. Ajax. En dan vraag je mij niet. Tggg.’
Bassie deed er het zwijgen toe.
Toen kwam het WK.
Dat kwam zo.
Bassie en ik houden van voetbal. Dat is voor een man heel normaal, maar bij een vrouw wordt dit toch vaak als een eigenaardige tekortkoming gezien. Maar Bassie oordeelt zo niet. Dat maakt Bassie, behalve zijn verfijnde vorm van humor (lange haren en rode neus) een uniek exemplaar. Bassie accepteert mij zoals ik ben.
Dit alles leidde ons langs vele voetbalvelden. Dat schept een band. Denk je.
Meneer met zijn 'Ik ben zo belangrijk dat ik een businessclubkaart van Willem II heb' nam mij mee naar het Koninklijke stadion in Tilburg. Ik had van te voren gesméékt om de wedstrijd Willem II – Ajax.
Dat ging zo:
‘Ahhhhh, Bassie, mag ik als-je-blieeeeeeeeeeft mee naar Ajax. Asje-asje-asjeblieeeeeeeeeeefffffttttttt??????????????’
‘Iedereen wil mee naar Ajax,’ zei Bassie.
‘Iedereen?!’riep ik verbolgen uit, ’Ben IK iedereen???? Wat is dit nu weer?!!’
‘Ja, ineens heb ik heel veel vrienden.’
‘Maar Bassie! IK ben het! Linda! Ik ben al mijn hele leven voor Ajax!’
‘Er zijn er wel meer voor Ajax.’
‘Hoe kan je dat nou zeggen? Bassie luister, ik ging als klein meisje helemaal alleen naar DS ’79 toen ze tegen Ajax moesten voor de beker. In de rust mocht je er gratis in had ik gehoord. Bassie, ik trotséérde de grote gemeen kijkende Duitse herdershonden aan de hand van al die politieagenten! En dat alleen maar, omdat ik Ajax zo graag wilde zien voetballen. Ik was twaalf ofzoiets. Niemand ging met mij mee! Hoor je me?! Niemand!! Ahhhh, Bassieeeeeeeeeeeeeeeee.’
In ogenschouw genomen dat ik nooit smeek, is dit toch wel een aandoenlijk verhaal, nietwaar? Ik gokte op Bassie’s mededogen en gevoel voor oprechtheid.
Ik moest het doen met Willem II – NEC.
Ook leuk. Heus. Een draak van een wedstrijd. Daar niet van. Maar best leuk.
Enfin, enige tijd later sijpelde er, angstvallig verborgen, informatie door in mijn établissement en in mijn brein. Vriendin 1 vertelde mij dat Bassie had voorgesteld om haar mee te nemen naar Willem II –Ajax. ...... Er daalde een diepe, lange stilte op mij neer.
Vriendin 1 houdt niet van voetbal.
Vriendin 1 gruwt sowieso van al dat gesport.
Vriendin 1 heeft al haar hele volwassen leven een fiets, waar nog nooit op gefietst is.
Vriendin 1 werkt 5 minuten lopen van haar werk en gaat met de auto.
Dit alles maakt vriendin 1 erg origineel.
Dat vond Bassie kennelijk ook.
En passeerde mij. Tackelde mij. En ik viel. Beduusd.
Uiteraard liet ik geen gelegenheid onbenut om hem deze tackle op mijn benen met gestrekt been in te wrijven. Soms liet ik het rusten.
Bassie vroeg op een keer: ‘Gaan we weer naar de training van Feyenoord deze zomer?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik weet niet hoor.’
‘Natuuuuurlijk gaan we weer,’ zei hij.
‘Misschien kan je vriendin 1 meenemen?’ stelde ik liefjes voor.
‘Zit je daar nou nog over in??!!’ riep hij met overslaande stem.
‘Haha, jaaaaa Bassie! Voetbal. Ajax. En dan vraag je mij niet. Tggg.’
Bassie deed er het zwijgen toe.
Toen kwam het WK.