Iemand trok mijn kop uit het zand.
‘Jij ken NIET zingen.’
‘Kan,’ verbeterde ik hem, 'Kunt kan ook.'
‘Ken, kant, kont, het kan me niet schelen. Jij kan niet zingen,’ zei Facilitair Manager obstinaat.
‘Wel waar!’ riep ik schril.
‘Niet!’
‘Wel!’
‘En die X-factor, die jij denkt te bezitten, die ontbreekt volledig,’ werd er ook nog gezegd.
‘Hoe kom je daar nu weer bij?! Ik bezit het allemaal. Ik ben compleet.’
‘Compleet gek, ja.’
‘Me dunkt dat jij compleet jaloers bent.’ Ik zei het zonder een spoortje zelfbeheersing.
‘Jaloers op kattengejank?’ Er volgde een schamper geluid.
‘Nou, nou, nou, nou, nou zeg,’ zei ik verbolgen.
‘Nou, nou, nou, nou, nou inderdaad.’
‘Jij neemt ook geen blad voor de mond, hè?’ zei ik.
‘Iemand moet jou een halt toeroepen. Voor God en vaderland.’
‘Volk en vaderland,’ verbeterde ik hem.
Ik kon nog net wegduiken voor het potlood dat langs mijn hoofd suisde.
‘Wat heb je liever? Dat ik zing of dat ik je verbeter?’
Toen moest ik nog een keer wegduiken voor het gummetje dat erachteraan kwam.
‘Jij ken NIET zingen.’
‘Kan,’ verbeterde ik hem, 'Kunt kan ook.'
‘Ken, kant, kont, het kan me niet schelen. Jij kan niet zingen,’ zei Facilitair Manager obstinaat.
‘Wel waar!’ riep ik schril.
‘Niet!’
‘Wel!’
‘En die X-factor, die jij denkt te bezitten, die ontbreekt volledig,’ werd er ook nog gezegd.
‘Hoe kom je daar nu weer bij?! Ik bezit het allemaal. Ik ben compleet.’
‘Compleet gek, ja.’
‘Me dunkt dat jij compleet jaloers bent.’ Ik zei het zonder een spoortje zelfbeheersing.
‘Jaloers op kattengejank?’ Er volgde een schamper geluid.
‘Nou, nou, nou, nou, nou zeg,’ zei ik verbolgen.
‘Nou, nou, nou, nou, nou inderdaad.’
‘Jij neemt ook geen blad voor de mond, hè?’ zei ik.
‘Iemand moet jou een halt toeroepen. Voor God en vaderland.’
‘Volk en vaderland,’ verbeterde ik hem.
Ik kon nog net wegduiken voor het potlood dat langs mijn hoofd suisde.
‘Wat heb je liever? Dat ik zing of dat ik je verbeter?’
Toen moest ik nog een keer wegduiken voor het gummetje dat erachteraan kwam.