Waar ik dus ook heel erg goed in ben, is achterop de fiets zitten en dat iemand anders dan trapt.
‘Hoeveel weeg jij, Linda?’ vroeg vriend van vriendin 2 puffend.
‘Pffff, dat is zo een onbelangrijk detail,’ wuifde ik het weg, terwijl ik me aan zijn jas in evenwicht probeerde te houden.
‘Nou….nee hoor,’ vond hij.
‘We komen toch vooruit?!’ riep ik verbolgen.
Er kwam geen antwoord. Je hoorde slechts het piepen en kraken van de fiets. Zeer waarschijnlijk een oud model.
‘Linda woont hier links!’ riep vriendin 2 die naast ons fietste.
‘Hier eraf?!’ riep vriend van vriendin 2.
‘Ja, hier eraf!’ riep ik terug.
Geen idee waarom we zo schreeuwden naar elkaar.
Hij trok zijn stuur omhoog en de zwaartekracht, die zich dus kennelijk voornamelijk achterop de bagagedrager bevond, zorgde ervoor dat we binnen een seconde gestrekt op de nat geregende straat lagen. Ik staarde naar de gitzwarte hemel.
Naast me op de grond hoorde ik gelach. Mijn pols, arm, been, rug, eigenlijk zeg maar de gehele rechterkant van mijn goddelijke lijf met ronde vormen, bonsde van de pijn. Vet vangt de klap dus niet op.
‘Ha ha,’ zei ik not amused, ‘Niet grappig.’
Ik krabbelde overeind. Hij ook. Vriendin 2 keek hoe we dat deden.
En mijn mobiel was ik ook nog eens kwijt door deze actie.
Maar die bleek nog bij de shoarmatent op tafel te liggen.
En daar keken vriendin 2 en ik in het holst van de nacht naar het rode verdwijnende achterlichtje van de fiets die de tocht naar de Arabieren maakte voor mijn vergeten mobiel
‘Hoeveel weeg jij, Linda?’ vroeg vriend van vriendin 2 puffend.
‘Pffff, dat is zo een onbelangrijk detail,’ wuifde ik het weg, terwijl ik me aan zijn jas in evenwicht probeerde te houden.
‘Nou….nee hoor,’ vond hij.
‘We komen toch vooruit?!’ riep ik verbolgen.
Er kwam geen antwoord. Je hoorde slechts het piepen en kraken van de fiets. Zeer waarschijnlijk een oud model.
‘Linda woont hier links!’ riep vriendin 2 die naast ons fietste.
‘Hier eraf?!’ riep vriend van vriendin 2.
‘Ja, hier eraf!’ riep ik terug.
Geen idee waarom we zo schreeuwden naar elkaar.
Hij trok zijn stuur omhoog en de zwaartekracht, die zich dus kennelijk voornamelijk achterop de bagagedrager bevond, zorgde ervoor dat we binnen een seconde gestrekt op de nat geregende straat lagen. Ik staarde naar de gitzwarte hemel.
Naast me op de grond hoorde ik gelach. Mijn pols, arm, been, rug, eigenlijk zeg maar de gehele rechterkant van mijn goddelijke lijf met ronde vormen, bonsde van de pijn. Vet vangt de klap dus niet op.
‘Ha ha,’ zei ik not amused, ‘Niet grappig.’
Ik krabbelde overeind. Hij ook. Vriendin 2 keek hoe we dat deden.
En mijn mobiel was ik ook nog eens kwijt door deze actie.
Maar die bleek nog bij de shoarmatent op tafel te liggen.
En daar keken vriendin 2 en ik in het holst van de nacht naar het rode verdwijnende achterlichtje van de fiets die de tocht naar de Arabieren maakte voor mijn vergeten mobiel