Het is een zwaar leven dat ik leid. En dan heb ik het niet over die extra kilo’s die ik met me meedraag. Nee, want die zitten me als gegoten. Ik heb het over al die vakantie die ik van mijn werkgever door mijn strot geduwd krijg. Ik vraag je: wie wil dat nou? En dan ga je die vrijgekomen tijd maar indelen hè. En na het uitmesten en herschikken van de kastinhoud is het tijd voor een dagje sauna.
Mijn geest is open. Althans, zo doe ik mezelf voor. Moet kunnen, moet kunnen zo in je nakie rondlopen tussen al die naakte mensen, denk ik. Het is normaal. Iedereen doet het. Mijn hippe zus 2 van de boerderie kijkt me met één opgetrokken wenkbrauw aan. ‘Oeh, waar je zin in hebt,’ zegt ze met nauwelijks verborgen afschuw.
Ik trek mijn schouders nonchalant omhoog. Ik ben een mens met een open geest, houd ik mezelf voor. En ik grijns schaapachtig.
Met opgeheven hoofd betreed ik de kleedruimte. Alsof ik hier wekelijks kom. Kalm berg ik mijn slippers en tas op in het kluisje. Dan begin ik mijn kleren uit te trekken. Net als ik mijn shirt uittrek, duikt daar een man achter mij op die zich ook begint uit te kleden. Ik schrik me te pletter. ‘Holy shit, er komen hier ook mannen,’ denk ik. Dat was ik even vergeten. Normaal doen, Linda! Normaal doen! Alsjeblieft! Ik duik in mijn badjas en zet mijn hooghartige gezicht weer op. Ik stel me op naast de deur en met een vliegensvlugge hoofdbeweging a la Miami Vice neem ik een kijkje door het glas en neem de ruimte in één oogopslag in me op. Ik wist het wel: ik had rechercheur moeten worden. Samen met Don Johnson. We hadden een gouden koppel gevormd en hartstochtelijk verliefd op elkaar geworden.
Hoe dan ook, de sauna in. Ik ben niet alleen. Vriendin 1 is ook mee. En vriendin 1 zit strak in het pak. Erg strak in het pak. Ook zonder badjas. Ik prik in mijn uitstekende buik om de boel terug te duwen waar het ooit op zijn oorspronkelijke
plaats hoorde, maar de massa keert terug naar waar het tegenwoordig zit. Niets meer aan doen, denk ik.
De douche en het voetenbadje gaat me goed af. Tegenover ons zit een man met 1 opgetrokken been. Knelt dat zaakie daar nu niet, vraag ik me af? De stiltesauna in. De hitte slaat me tegemoet en ik puf al nog voordat ik de deur achter me heb dichtgedaan. Ik glimlach bemoedigend naar de mede saunagangers en die kijken met een wezenloze blik terug. Ik installeer me liggend op de planken en moet alle zeilen bijzetten om aan mijn adem te komen. Dit is gezond. Mijn hart begint te bonzen en ik sluit mijn ogen. Denk aan leuke dingen. Niet aan je stokkende ademhaling. Gewoon ontspannen. Het zweet gutst er aan alle kanten uit. Ik ga zitten. En kijk in een gapend gat van mijn overbuurvrouw. Jezus! Ik sla vlug
mijn ogen neer. Godallemachtig! Had iemand me niet even kunnen waarschuwen hiervoor. Ik ga nog harder zweten. Voorzichtig kijk ik nog een keer op. De overbuurvrouw zit nog steeds lekker op haar gemak met haar benen wijd en haar
armen op haar bovenbenen geleund naar mij te kijken. Ze kijkt niet vriendelijk. Ik word een beetje bang van haar. En ongemakkelijk. Ze wrijft lekker het zweet van haar bolle buik. Moet ik hier echt getuige van zijn? Ik bestudeer intens de
houten planken onder mijn voeten. Mooi houtsoortje. Waar zouden ze die vandaan hebben gehaald?
Vriendin 1 houdt het voor gezien. Ik ren er opgelucht achteraan. ‘Gatverdamme, wat zat die er vies bij,’ zegt ze.
We gaan afkoelen buiten. Ik haat kou. Kan er niet tegen. Ik zie de koude douches, de emmers met ijskoud water erin, de ton met ijskoud water, de neveldouche, de ton met ijs. Dus hier gaan mensen vrijwillig onder staan? En dan ineens dendert
er een monster voorbij. Ze is vijf meter breed, kijkt woest en trekt een keer of tien achter elkaar die emmer met ijskoud water over haar kop. Zonder enige waarschuwing. Daarna gaat ze onder alle koude douches staan en gooit dan nog een
keer of twintig een emmertje uit die ton met ijskoud water over zich heen, vervolgens gaat ze weer onder de emmer staan en geeft nog eens vijf keer een woedende ruk aan het touwtje. Ik sta met open mond toe te kijken met wat ijsblokjes in mijn hand uit de ton die ik voorzichtig over mijn arm laat glijden om af te koelen. Het monster springt in het zwembad, dobbert even, komt eruit en gaat wéér onder de emmer met ijskoud water staan.
Ik kijk verbijsterd naar vriendin 1 die meewarig haar hoofd schudt. 'Wat een waus.'
We installeren ons in de zon op de zonnebedden. We lezen wat, drinken wat, eten wat. Dit lijkt op het decadente, moeilijke leven dat ik leid. Maar ik word afgeleid van het lezen door al die hobbelende lijven die vanuit mijn ooghoeken
voorbij schuifelen. Vanachter mijn zonnebril ben ik gefascineerd door wat er daar bij die man rustig ligt te zonnebaden tussen zijn kruis. Niet naar kijken! waarschuw ik mezelf. Doe fatsoenlijk. Voor één keer in je leven. Kom op zeg. Is het echt zo moeilijk om normaal te doen? Maar ik kan het niet helpen. Mijn ogen leven een eigen leven. Is tie nou zwart? Dat ding daar? Ik kijk naar de man met een lichte huid. Het liefst sta ik op om er naar toe te lopen en het van dichtbij te bekijken. Misschien ben ik wel kleurenblind geworden. Er schuiven wolken voor de zon en ik duik in mijn badjas. Even een alcoholische versnapering halen na al deze visuele informatie. Woehaa! Met twee rosé biertjes in de hand bots ik op een vage bekende. Ik schrik me zeven slagen in de rondte. Oh gottogottogotnogaantoezeg. Heb ik weer. Ik groet vriendelijk en maak me als een indianenspeer uit de voeten. Ik klok het biertje achterover om tot rust te komen. Eva heeft niet voor niets van die appel gegeten. Dat was een zeer verstandige beslissing van haar. In acht genomen dat al die lijven die zo
openlijk bloot gesteld worden er niet allemaal even appetijtelijk uitzien. Mijn ogen dwalen af en inspecteren mijn eigen lijf. Ik verstijf. Ai! Lekker geschoren daar. Ik had al zo’n idee dat het mesje bot was. Intussen springt vriendin 1 in
panische angst op, omdat ze belaagd wordt door wespen. De man naast haar kijkt geamuseerd naar haar voorstelling. Dit krijgt hij thuis niet te zien in de slaapkamer met zijn vrouw: een strakke naakte vrouw met een bierflesje in haar hand die een wespendansje opvoert.
Op de massagetafel word ik flink onder handen genomen en alle zeer pijnlijke knopen in mijn spieren worden aangepakt. Gespannen tot en met door een ontspannen dagje sauna.
Het is tegen middennacht als we de thermen verlaten en ik slaak een opgeluchte zucht.
Het ontspannen kan beginnen.
Mijn geest is open. Althans, zo doe ik mezelf voor. Moet kunnen, moet kunnen zo in je nakie rondlopen tussen al die naakte mensen, denk ik. Het is normaal. Iedereen doet het. Mijn hippe zus 2 van de boerderie kijkt me met één opgetrokken wenkbrauw aan. ‘Oeh, waar je zin in hebt,’ zegt ze met nauwelijks verborgen afschuw.
Ik trek mijn schouders nonchalant omhoog. Ik ben een mens met een open geest, houd ik mezelf voor. En ik grijns schaapachtig.
Met opgeheven hoofd betreed ik de kleedruimte. Alsof ik hier wekelijks kom. Kalm berg ik mijn slippers en tas op in het kluisje. Dan begin ik mijn kleren uit te trekken. Net als ik mijn shirt uittrek, duikt daar een man achter mij op die zich ook begint uit te kleden. Ik schrik me te pletter. ‘Holy shit, er komen hier ook mannen,’ denk ik. Dat was ik even vergeten. Normaal doen, Linda! Normaal doen! Alsjeblieft! Ik duik in mijn badjas en zet mijn hooghartige gezicht weer op. Ik stel me op naast de deur en met een vliegensvlugge hoofdbeweging a la Miami Vice neem ik een kijkje door het glas en neem de ruimte in één oogopslag in me op. Ik wist het wel: ik had rechercheur moeten worden. Samen met Don Johnson. We hadden een gouden koppel gevormd en hartstochtelijk verliefd op elkaar geworden.
Hoe dan ook, de sauna in. Ik ben niet alleen. Vriendin 1 is ook mee. En vriendin 1 zit strak in het pak. Erg strak in het pak. Ook zonder badjas. Ik prik in mijn uitstekende buik om de boel terug te duwen waar het ooit op zijn oorspronkelijke
plaats hoorde, maar de massa keert terug naar waar het tegenwoordig zit. Niets meer aan doen, denk ik.
De douche en het voetenbadje gaat me goed af. Tegenover ons zit een man met 1 opgetrokken been. Knelt dat zaakie daar nu niet, vraag ik me af? De stiltesauna in. De hitte slaat me tegemoet en ik puf al nog voordat ik de deur achter me heb dichtgedaan. Ik glimlach bemoedigend naar de mede saunagangers en die kijken met een wezenloze blik terug. Ik installeer me liggend op de planken en moet alle zeilen bijzetten om aan mijn adem te komen. Dit is gezond. Mijn hart begint te bonzen en ik sluit mijn ogen. Denk aan leuke dingen. Niet aan je stokkende ademhaling. Gewoon ontspannen. Het zweet gutst er aan alle kanten uit. Ik ga zitten. En kijk in een gapend gat van mijn overbuurvrouw. Jezus! Ik sla vlug
mijn ogen neer. Godallemachtig! Had iemand me niet even kunnen waarschuwen hiervoor. Ik ga nog harder zweten. Voorzichtig kijk ik nog een keer op. De overbuurvrouw zit nog steeds lekker op haar gemak met haar benen wijd en haar
armen op haar bovenbenen geleund naar mij te kijken. Ze kijkt niet vriendelijk. Ik word een beetje bang van haar. En ongemakkelijk. Ze wrijft lekker het zweet van haar bolle buik. Moet ik hier echt getuige van zijn? Ik bestudeer intens de
houten planken onder mijn voeten. Mooi houtsoortje. Waar zouden ze die vandaan hebben gehaald?
Vriendin 1 houdt het voor gezien. Ik ren er opgelucht achteraan. ‘Gatverdamme, wat zat die er vies bij,’ zegt ze.
We gaan afkoelen buiten. Ik haat kou. Kan er niet tegen. Ik zie de koude douches, de emmers met ijskoud water erin, de ton met ijskoud water, de neveldouche, de ton met ijs. Dus hier gaan mensen vrijwillig onder staan? En dan ineens dendert
er een monster voorbij. Ze is vijf meter breed, kijkt woest en trekt een keer of tien achter elkaar die emmer met ijskoud water over haar kop. Zonder enige waarschuwing. Daarna gaat ze onder alle koude douches staan en gooit dan nog een
keer of twintig een emmertje uit die ton met ijskoud water over zich heen, vervolgens gaat ze weer onder de emmer staan en geeft nog eens vijf keer een woedende ruk aan het touwtje. Ik sta met open mond toe te kijken met wat ijsblokjes in mijn hand uit de ton die ik voorzichtig over mijn arm laat glijden om af te koelen. Het monster springt in het zwembad, dobbert even, komt eruit en gaat wéér onder de emmer met ijskoud water staan.
Ik kijk verbijsterd naar vriendin 1 die meewarig haar hoofd schudt. 'Wat een waus.'
We installeren ons in de zon op de zonnebedden. We lezen wat, drinken wat, eten wat. Dit lijkt op het decadente, moeilijke leven dat ik leid. Maar ik word afgeleid van het lezen door al die hobbelende lijven die vanuit mijn ooghoeken
voorbij schuifelen. Vanachter mijn zonnebril ben ik gefascineerd door wat er daar bij die man rustig ligt te zonnebaden tussen zijn kruis. Niet naar kijken! waarschuw ik mezelf. Doe fatsoenlijk. Voor één keer in je leven. Kom op zeg. Is het echt zo moeilijk om normaal te doen? Maar ik kan het niet helpen. Mijn ogen leven een eigen leven. Is tie nou zwart? Dat ding daar? Ik kijk naar de man met een lichte huid. Het liefst sta ik op om er naar toe te lopen en het van dichtbij te bekijken. Misschien ben ik wel kleurenblind geworden. Er schuiven wolken voor de zon en ik duik in mijn badjas. Even een alcoholische versnapering halen na al deze visuele informatie. Woehaa! Met twee rosé biertjes in de hand bots ik op een vage bekende. Ik schrik me zeven slagen in de rondte. Oh gottogottogotnogaantoezeg. Heb ik weer. Ik groet vriendelijk en maak me als een indianenspeer uit de voeten. Ik klok het biertje achterover om tot rust te komen. Eva heeft niet voor niets van die appel gegeten. Dat was een zeer verstandige beslissing van haar. In acht genomen dat al die lijven die zo
openlijk bloot gesteld worden er niet allemaal even appetijtelijk uitzien. Mijn ogen dwalen af en inspecteren mijn eigen lijf. Ik verstijf. Ai! Lekker geschoren daar. Ik had al zo’n idee dat het mesje bot was. Intussen springt vriendin 1 in
panische angst op, omdat ze belaagd wordt door wespen. De man naast haar kijkt geamuseerd naar haar voorstelling. Dit krijgt hij thuis niet te zien in de slaapkamer met zijn vrouw: een strakke naakte vrouw met een bierflesje in haar hand die een wespendansje opvoert.
Op de massagetafel word ik flink onder handen genomen en alle zeer pijnlijke knopen in mijn spieren worden aangepakt. Gespannen tot en met door een ontspannen dagje sauna.
Het is tegen middennacht als we de thermen verlaten en ik slaak een opgeluchte zucht.
Het ontspannen kan beginnen.