Hooggehakte schoentjes, benen gehuld in knisperende panty’s, chique rokjes, sexy truitjes, haren perfect in model. Zo stonden wij daar.
Ik keek naar vriendin 1 en nicht 1.
‘Een bowlingbaan?’ zei ik.
Zij knikten blij.
‘Lekker mutsig,’ zei vriendin 1.
‘Mooie lampjes langs de baan,’ zei nicht 1.
‘Op 1e Kerstdag?’ zei ik en sloeg mijn armen demonstratief over elkaar.
Zij knikten blij.
Ik liet mijn blik over de in kerstverlichte bowlingbanen gaan en daarna over mijn kerstverlichte kledij.
‘Kom maar op met die prachtige bowlingschoenen,’ nam ik de uitdaging aan.
Dolenthousiast stond ik anderhalf uur later weer buiten in de vrieskou en de rest kwam erachteraan gesjokt. Het leek wel minder enthousiast.
‘Leuk spelletje,’ zei ik vrolijk.
‘VOORDAT ik jouw gooi-instructie kreeg, gooide ik VEEL beter,’ zei nicht 1 zichtbaar ontstemd tegen mij.
‘Ik snap er niets van. De laatste keer dat ik hier was, gooide ik 30 km per uur en nu niet,’ zei vriendin 1.
‘Er mankeerde NIETS aan mijn gooi-instructie,’ zei ik.
‘Toch blijft het vreemd,’ zei nicht 1.
’30 km per uur,’ zei vriendin 1 hoofdschuddend.
‘Hoe kan het dan dat ik ze eerst wel allemaal omgooide en DAARNA niet meer?’ hield nicht 1 vol.
‘Vroeger moesten we hier beginnen met afrijden,’ zei vriendin 1.
‘Moest je als je boven stond het nummerbord lezen van een auto die buiten stond,’ wist ik nog.
‘Waarom dat dan?’ vroeg nicht 1.
‘Om te kijken of je goed zicht had,’ zei ik.
‘Nou, boeiend,’ zei nicht 1 verveeld.
We tuurden allemaal een kant op.
’MIJN manier van gooien was ook gewoon goed,’ zei nicht 1.
’30 km hè,’ zei vriendin 1,’En dat voor iemand die niet van sporten houdt.’
‘Met hoeveel punten ben ik nou ook alweer 2x eerste geworden?’ vroeg ik nonchalant en deed uit voorzorg een stapje achteruit.
Ik keek naar vriendin 1 en nicht 1.
‘Een bowlingbaan?’ zei ik.
Zij knikten blij.
‘Lekker mutsig,’ zei vriendin 1.
‘Mooie lampjes langs de baan,’ zei nicht 1.
‘Op 1e Kerstdag?’ zei ik en sloeg mijn armen demonstratief over elkaar.
Zij knikten blij.
Ik liet mijn blik over de in kerstverlichte bowlingbanen gaan en daarna over mijn kerstverlichte kledij.
‘Kom maar op met die prachtige bowlingschoenen,’ nam ik de uitdaging aan.
Dolenthousiast stond ik anderhalf uur later weer buiten in de vrieskou en de rest kwam erachteraan gesjokt. Het leek wel minder enthousiast.
‘Leuk spelletje,’ zei ik vrolijk.
‘VOORDAT ik jouw gooi-instructie kreeg, gooide ik VEEL beter,’ zei nicht 1 zichtbaar ontstemd tegen mij.
‘Ik snap er niets van. De laatste keer dat ik hier was, gooide ik 30 km per uur en nu niet,’ zei vriendin 1.
‘Er mankeerde NIETS aan mijn gooi-instructie,’ zei ik.
‘Toch blijft het vreemd,’ zei nicht 1.
’30 km per uur,’ zei vriendin 1 hoofdschuddend.
‘Hoe kan het dan dat ik ze eerst wel allemaal omgooide en DAARNA niet meer?’ hield nicht 1 vol.
‘Vroeger moesten we hier beginnen met afrijden,’ zei vriendin 1.
‘Moest je als je boven stond het nummerbord lezen van een auto die buiten stond,’ wist ik nog.
‘Waarom dat dan?’ vroeg nicht 1.
‘Om te kijken of je goed zicht had,’ zei ik.
‘Nou, boeiend,’ zei nicht 1 verveeld.
We tuurden allemaal een kant op.
’MIJN manier van gooien was ook gewoon goed,’ zei nicht 1.
’30 km hè,’ zei vriendin 1,’En dat voor iemand die niet van sporten houdt.’
‘Met hoeveel punten ben ik nou ook alweer 2x eerste geworden?’ vroeg ik nonchalant en deed uit voorzorg een stapje achteruit.