Dat deed ik uiteraard weer met de gezelligerds: Nel, Mieke, André.
Het was wederom crimineel vroeg opstaan, maar mijn mondhoekjes krulden vanzelf omhoog toen ik mijn lieve wandelvrienden zag.
Ik had een enorme open woonruimte verwacht. Enorm is het wel, maar meer in de zin van: twee verdiepingen, heel diep en smal.
Fatsoenlijk als ik ben, heb ik mijn camera niet in zijn gezicht geduwd om een foto te maken, maar gewoon lekker stiekem zijn achterkantje vastgelegd. Zijn disgenoten heb ik ook buiten beschouwing gelaten. Tsja, what can I say: zo ben ik.
Starende oogjes naar het voorbij vliegende landschap. De schemer die inzet.
Weer fijn terug naar huis.