100 KAMELEN
Op naar het Atlasgebergte.
DE BERGWANDELING DIE GEEN WANDELING WAS MAAR EEN BEKLIMMING
De gids die we toegewezen kregen, zette meteen flink de pas erin toen we de berg opgingen. Om me heen kijken en genieten van de omgeving was er niet bij. Bij het eerstvolgende uitkijkpunt keken we elkaar allemaal even met opgetrokken wenkbrauwen aan. Stond hier misschien ook een zuurstoftank?
Ik schoot vlug een paar fotootjes en zou in Nederland wel zien waar ik op de berg was geweest.
Hop! We gingen weer door!
Het Atlasgebergte riep vooraf een romantisch Sound of Music beeld bij me op. Groene weides, gangbare paden, vijf Hollandse meiden vrolijk zingend de Marokkaanse bergpas overstekend met onze gids als de knappe kapitein Von Trapp.
Kwam ik even bedrogen uit. Mijn kinderlijke Disneyfantasie knapte bij iedere stap omhoog ruw uiteen. Het was nondeju afzien. Struikelend over keien en rotspartijen, met handen en voeten een bergpaadje op, springend over beekjes, wegglijdende gympies, zere knieën, trillende beenspieren, mensen inhalen, door, door, door. Op weg naar de waterval.
Nog een afdaling en toen was er een kort rustmoment....
'Daar gaan we naartoe,' zei Alexandra nog een keer en ik volgde haar omhoog wijzende vinger.
Paniek, paniek! Daarnaar toe????? HOE DAN?????!!!!! Waar waren de wandelpaden dan????
Oké, kalm aan, niet in paniek raken, blijven ademen, eerst maar eens over die rots klimmen, zet een stap, blijf in beweging, iedereen loopt gewoon door, er staat een gids om je te helpen, spring over dat verdomde klote beekje, zoals je vroeger met gemak over slootjes sprong.
IK GA NIET MEER VERDER
De eerste paniek kreeg ik onder controle, maar de angst hield zich schuil in al mijn organen. Het sloeg toe toen ik zag dat we via een losse, houten trap een steile rotswand op moesten klimmen. Terwijl iedereen vol jeugdig enthousiasme uitkeek naar de houten trap, zeeg ik met een duizelig hoofd huilend neer op een rotsblokje op de grond. Djiesusss christ, wat een afgang...
'How far is it?' It's too high. I'm scared, I stay here.' Zomaar wat wanhopige zinnetjes tegen de gids.
Intussen had ik al mijn opties al overwogen om terug te gaan en de route al bekeken, maar pfff, dat was ook nog een pokke end terug en in mijn uppie zag ik dat ook niet zitten. Godddd, ik had ook geen zin om hier te sterven in het Atlasgebergte en opgevreten te worden door wilde dieren. 'Kapitein Von Trapp' was lief voor me en beloofde me veilig de berg op te krijgen en dat het daarna alleen maar makkelijker lopen zou zijn.
Eigenlijk was iedereen lief voor me op dat moment dus misschien moest ik eens wat vaker in het leven openbaar huilend op een rotsblokje gaan zitten.
Een van de Sanne's nam mijn tas over, alle meiden spraken me moed in.
Dus ging ik door...
De route na het theetentje was echt piece of cake.
Als ik dat van te voren geweten had...
Liefdesperikelen
Amper van alle emoties op de berg bekomen moest ik bij terugkomst in ons riad ook nog halswerk verrichten om een liefdesverklaring van medewerker Hassan Ali (we weten zijn naam niet meer) onklaar te maken.
Eigenlijk vind ik het een beetje pedant om te pochen over een liefdesverklaring. Aan de andere kant: ik maak het ook niet dagelijks mee dus het is het vermelden wel waard. Alleen het was zo over the top van die man en ik was geen seconde met hem bezig geweest. Best maf dus.
Enfin, het ging ongeveer als volgt:
Nel was zo hartelijk om hem te vertellen dat ik op de berg had staan huilen vanwege hoogtevrees. Bedankt, Nel. Hij ontfermde zich direct over me met troostende glimlachjes en woorden. Zo ongemakkelijk en zo overdreven allemaal. Vooral omdat ik dus zo anders over hem dacht. Mijn vriendelijke glimlach van die ochtend was gewoon een vriendelijke glimlach, you know. Het betekende niets. Dat ik een gesprek met hem voerde die ochtend, was gewoon een gesprek. Geen toenaderingspoging tot een instant relatie. Maar hij knielde zelfs voor me neer, nam mijn rechterhand in zijn hand en duwde drie kitscherige, veel te krappe armbandjes om mijn pols, zei allerlei bezweringen over mijn beautiful eyes en glimlach en draafde maar door over een toekomst samen. Intussen zat ik met gemengde geamuseerdheid en stijgende verbazing te verzinnen hoe ik van dit gedoe af moest komen. Bovendien knelden die kut armbandjes om mijn pols. Niet veel later had hij een gebroken hart, zei hij. Och Jezus, wat een gedoe. Ik had hier helemaal geen zin in. I'm not made for loving you, boy!
En weet je, in het begin is het allemaal nog best grappig, maar uiteindelijk dacht ik alleen maar: 'En nou wegwezen. Ksst.'
Ik geef toe: mijn skills op liefdesverklaringengebied zijn niet al te best, maar ik ben geen allemansvriend.
Gelukkig vertrok ons reisgezelschap de volgende ochtend al vroeg voor een lange autoreis door het Atlasgebergte.
Op naar de Sahara!